'Verkiezingsfestival' levert hooguit onzinstemmen op | Bureau voor Tekst





 06 1965 2658
  jeroen@bureauvoortekst.nl



'Leids Verkiezingsfestival' levert hooguit onzinstemmen op

Leidse stembureaus werden bij de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014 opgeleukt door exposities, theateroptredens en kinderactiviteiten. Doel van deze vrolijkheid: een hogere opkomst. Maar maken kiezers die alleen maar naar de stembus komen vanwege een Leids Verkiezingsfestival 2014 de raad werkelijk representatiever en slagvaardiger?

Het doel van een vertegenwoordigend lichaam als een gemeenteraad is om de inwoners van een gemeente zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. De raad moet representatief zijn. Wil 60 procent van het volk nieuwe parkeergarages bij het centrum, dan functioneert de lokale democratie pas goed als ook 60 procent van de gemeenteraad dat wil. En stuurt een raadsmeerderheid een wethouder weg, dan is het voor de lokale politiek te hopen dat de meeste burgers het daarmee eens zijn.

Het probleem is dat de representativiteit van een gemeenteraad niet alleen afhangt van het aantal kiezers door wie deze wordt gekozen. Zelfs als het voltallige electoraat bij de verkiezingen komt opdagen — een opkomst van 100 procent! — staat niet vast dat de mening van het volk doorgaans dezelfde is als die van de gemeenteraad. Dat komt onder andere doordat niet iedere kiezer stemt op basis van lokale politieke overwegingen. Veel mensen volgen de gemeentepolitiek niet en weten niet wat er speelt in hun stad of dorp. Zij kunnen daarom niet beoordelen hoe de deelnemende partijen zich in de afgelopen vier jaar hebben geprofileerd, en zijn niet op de hoogte van politieke plannen voor de komende collegeperiode.

Kiezers met weinig kennis van de lokale democratie die toch komen opdagen, kunnen weinig anders dan hun stemkeuze baseren op landelijke politieke overwegingen. Een stem op een lokale VVD-lijst is daarom in de praktijk niet zelden een stem op VVD-premier Rutte. En hoewel zijn bemoeienis met lokale verkiezingscampagnes anders doet vermoeden, staan hij en collega's als Samsom (PvdA) en Pechtold (D66) in geen enkele gemeente kandidaat. Ander voorbeeld: een stem op een lokale lijst kan zomaar een verkapte stem zijn op de bijna overal afwezige PVV, of anders een proteststem tegen zowat het hele politieke establishment. Maar het is de vraag of iemand die op deze manier zijn stemkeuze maakt, het werkelijk eens is met de standpunten van 'zijn' partij ten aanzien van strikt lokale vraagstukken over bijvoorbeeld cultuur, groenbeheer, sportvelden of bushokjes.

De vertegenwoordigende kracht van een gemeenteraad is niet alleen afhankelijk van de kwantiteit van de stemmen — het aantal uitgebrachte stemmen — maar ook van de kwaliteit daarvan. Er is verschil tussen een stem die wordt uitgebracht op grond van lokale politieke overwegingen en een stem waaraan vooral landelijke, vaak niet ter zake doende overtuigingen ten grondslag liggen. Een krachtige, representatieve gemeenteraad die ècht de bevolking vertegenwoordigt, is gebaat bij een hoge opkomst van kiezers die hun stem baseren op wat zij weten en vinden van de politieke vraagstukken in hun stad, en niet bij (een groot aantal) onzinstemmen.

Terug naar het Leids Verkiezingsfestival 2014, zoals dat in diverse stembureaus werd georganiseerd door het bureau Friskijkers. Mensen die de lokale politiek volgen, kiezers met een bovengemiddelde belangstelling voor (lokale) politiek, komen toch wel stemmen, zou je denken. Is het niet vooral de twijfelende en minder geïnteresseerde kiezer die door deze 'opkomstbevorderende campagne' over de streep wordt getrokken? En is dat niet juist de kiezer die vooral landelijk stemt, in plaats van lokaal? Deze kiezer, die de lokale politiek niet volgt, heeft geen idee of zijn mening over bijvoorbeeld een nieuwe buslijn overeen komt met het standpunt van de landelijke partij waarop hij (per ongeluk) stemt.

Het is zeer de vraag of de stem van een slecht geïnformeerde en niet-gemotiveerde kiezer de gemeenteraad representatiever maakt. Het is denkbaar dat zijn stem zelfs afbreuk doen aan die representativiteit. Stel: 40 procent van het electoraat weet wat er speelt, heeft een gefundeerde mening over de politiek in zijn stad en stemt weloverwogen. De rest niet. Wat willen we? Dat alleen die goed ingewijde groep kiezers komt stemmen, waarmee de verkiezingen kunnen worden beschouwd als een (zeer) representatieve steekproef onder de voltallige bevolking? Of zien we liever dat bijvoorbeeld 60 procent komt opdagen, waarbij een derde van die opkomst voor rekening komt van kiezers die eigenlijk niet weten wat ze doen en de verkiezingsuitslag feitelijk 'vervuilen'?

Campagnes om geforceerd meer mensen naar de stembus te krijgen, zijn naïef en zonde van het geld. Het probleem is hooguit desinteresse in de gemeentepolitiek. Kijk naar de lege publieke tribunes tijdens raads- en commissievergaderingen. Of naar de regionale dagbladen die een voor een het lootje leggen. Misschien vindt de burger het wel best zo, komt hij pas in actie als hij echt boos is en valt het met zijn kritiek op de politiek wel mee. Maar heel krampachtig mensen naar de stembus lokken met toneel en andere activiteiten is symptoombestrijding en doet de lokale besluitvorming weinig goed.

(De opkomst in Leiden was 56,8 procent, tegen 55,7 procent bij de raadsverkiezingen in 2010. Een stijging van ruim één procentpunt.)







Bordewijk, Bureau voor Tekst

Oude Varkenmarkt 5
2311 VN Leiden

06 19 65 26 58
jeroen@bureauvoortekst.nl

KvK Den Haag: 27356606